Woorden
- Michèl van der Feen
- Apr 23
- 4 min read
Soms heb ik een hele sterke innerlijke drang om iets op te schrijven. Aanleiding is meestal dat er in mijn hoofd en hart dingen gebeuren die ik niet begrijp. Schrijven is dan voor mij de manier om woorden te geven aan wat er gebeurt waardoor ik stapje voor stapje de samenhang ga zien en het uiteindelijk ook ga begrijpen.
Nu is er ook weer die innerlijke drang, het moet eruit, het gaat even helemaal niet lekker. Ik heb geen idee waarom het nu weer zo anders is en zo anders voelt. Ik was er al heel snel achter dat het rouwproces er eentje is die zich niet laat sturen, niet laat leiden, laat staan enigszins voorspelbaar is. Daarom heb ik ook met mezelf afgesproken het maar gewoon te ondergaan en het als het ware te omarmen. Hoe meer ik mijn best doe om grip op het rouwproces en het verdriet te krijgen, hoe slechter het gaat. Dat ondergaan lukt me vrij aardig, maar soms word ik ook een paar stappen teruggegooid. De afgelopen dagen was dat het geval. Ik heb nog geen idee waarom, maar ineens is het weer terug, het ongeloof. Waar de dood van Hilde geland leek te zijn in mijn gevoel, is er nu weer dat enorme ongeloof. Ongeloof over dat het gebeurd is, dat het zo snel gebeurd is, dat het zo oneerlijk is, dat mijn Hilde, mijn meissie zo gruwelijk veel heeft moeten doorstaan. Ik ben ook gewoon boos, zeg maar woest, of misschien wel furieus dat ze er niet meer is en nooit meer zal zijn. Dat laatste voel ik met de dag sterker. Bij alles wat ik zie, wat ik doe, wat ik denk is er wel ergens die herinnering aan èn met Hilde. Alsof ik gevangen zit tussen gisteren met ongelooflijk veel fijne herinneringen en morgen zonder enige herinnering. Ik heb nog geen eigen herinneringen en die zal ik moeten maken, dat weet ik, dat doe ik, maar dat doet ook immens veel pijn. We hadden veel samen. Ik kan moeilijk nu ineens andere hobby’s gaan bedenken en datgene wat we samen hadden achter me laten. Dat maakt wel dat het extra veel pijn oplevert. Volgende week ga ik dan toch maar eindelijk de camper uit de stalling halen. Het liefst ga ik helemaal niet weg met de camper, omdat het juist iets was wat we samen zo ongelooflijk graag deden. Wat was Hilde ook waanzinnig trots op die camper en hoe fijn was het met de fietsjes achterop samen op stap. Maar juist daarom ben ik het Hilde ook schuldig om wel te gaan ontdekken òf en hoe ik het camperen alleen ook weer leuk kan gaan vinden.
Dit soort dilemma’s zijn er legio. Bijna alles wat er gebeurt levert wel zo’n soort emotioneel dilemma op. Aan de andere kant zijn er die twee woorden “nooit meer” die maar rond blijven spoken in mijn hoofd. Twee hele simpele woorden, maar op dit moment komen die twee woorden bijna in elke zin voor die ik in mijn hoofd uitspreek. Nooit meer hand in hand samen in de auto, in stilte luisterend naar muziek, nooit meer samen shoppen en nieuwe kleren kopen, nooit meer mooie en fijne avonturen, nooit meer samen naar een concert, nooit meer samen fietsen, nooit meer samen genieten van een bakje koffie achter in de tuin, nooit meer samen praten, nooit meer samen ruziemaken, zoveel nooit meer. Maar wat ik echt het allermeeste mis is nooit meer even afstemmen. Afstemmen over de meest simpele dingen, het nieuws, het eten, de jongens, gebeurtenissen in de familie, zelfs het huishouden.
Gisteren kwam ik toevallig een oud-collega tegen die zijn vrouw 35 jaar geleden verloren had. Hij had het gehoord van Hilde en we raakten aan de praat. Hij zei op een gegeven moment: “het gaat nooit echt weg, het wordt zachter, maar zelfs na 35 jaar en een nieuwe relatie die al 25 jaar duurt, voel ik nog altijd die pijn van toen als de dag van gisteren”.
Hoe gek het ook klinkt, ik vond dat toch een soort van fijn om te horen. Ik wil namelijk helemaal niks vergeten, ik wil niet dat het slijt, dat het weg gaat of wat dan ook. Ik wil dat Hilde altijd bij mij blijft en dat ik een weg vind om èn de herinneringen in leven te houden èn een nieuw eigen leven op te bouwen. Dat past volgens mij ook bij dat een stukje van Hilde haar hart bij mij is gebleven, dat maakt dat ze er altijd zal zijn en blijven. Gelukkig is dat sinds vorige week gebleven, dat ik Hilde regelmatig voel. Vooral op de momenten dat ik er niet naar zoek. Zodra ik er wel naar zoek, is het er niet en dat is ook logisch. Voelen laat zich niet sturen of oproepen en is ongrijpbaar, maar is er wanneer het moet, wanneer het nodig is, wanneer ik het nodig heb. Dat is een heel fijn gevoel maar ook een fijne gedachte.

"In mijn hoofd stormt het soms ook", zei Kleine Draak. "Als je goed luistert", zei Grote Panda, "kun je de regendruppels op de steen horen spatten. Zelfs in een storm kun je een beetje rust vinden".
En dan is er nog dat laatste stukje van Hilde haar proces wat me maar blijft bezighouden. Langzaam vallen de puzzelstukjes op zijn plaats en langzaam begin ik te begrijpen hoe Hilde haar proces heeft doorlopen in die laatste dagen. Ik bedoel niet dat ik begrijp hoe Hilde haar keuzes heeft gemaakt, want dat is in mijn ogen onmogelijk om dat verstandelijk te bevatten. Maar ik begrijp wel het proces wat Hilde heeft moeten doorlopen. Dat maakt dat mijn bewondering voor haar nog zoveel groter en groter wordt (en het was al zo groot). Wat een kracht zij heeft gehad, is onbeschrijfelijk, ik denk oprecht dat daar geen woorden voor bestaan.
Terwijl ik dit schrijf, hoor ik Hilde alweer mopperen. Ik mocht niet alleen maar positieve dingen over haar zeggen, alsof ze een soort heilige was, want elke mens heeft ook een schaduwkant. Klopt, toch laat ik het hier lekker bij. En terwijl dit stukje weer op papier staat, heb ik weer wat stapjes gemaakt, heb ik weer woorden gevonden en in een volgorde gezet die mij helpen met begrijpen. Weer een stapje!
Comments